Selecteer een pagina

Blog London Verslaving

‘Jaarlijkse uitstapjes naar London’

2009, 2010, 2011, 2012 en 2022

Uitgelichte-Foto-Blog-Engeland-London

London/Canterbury, juli 2009

Guidje zat drie dagen in Londen voor het reünieconcert van Blur in Hyde Park. In de jaren negentig, toen hij op de havo zat, gebeurde het dat de ene helft van de klas gabber was en de andere eenderde into van die heel zware metal was met niet alleen grommende gitaren, maar ook grommende zangers (en zangeressen). Daar voelde hij zich niet al te prettig bij, maar toen ie de Britpop ontdekte had hij ook es een muziekstroming waar ie zich helemaal op kon storten. Bijkomend voordeel was dat vooral Blur vaak erg geestige teksten had en dat het ook weer niet àl te zware muziek was, kortom, prima voor Guidje. Blur live zien kwam er nooit van, daarvoor waren de Britpop bandjes van de jaren negentig toch echt iets te veel op het thuisland gericht en te arrogant om ook daarbuiten een carrière te ambiëren. Bovendien ging hij indertijd nooit naar popconcerten, dus die schaarse optredens die de groep wel in Nederland gaf, gingen aan Guidje voorbij. Dit optreden moest ie dus wel meemaken. Wel jammer dat heel Londen nèt deze week steunde en kreunde onder een enorme hittegolf, zo’n 32 à 33 graden. En in de metro was het nog wel wat warmer en gutste het zweet van z’n voorhoofd. Niet zo heel erg fris en gezellig.

Reünieconcert Blur

De eerste dag ging hij dus eerst wat winkelen, want hij had een verlanglijstje meegekregen met een hele trits boeken en goed, hij wilde zelf ook wel wat hebben. Daarna snel naar z’n (overigens wel erg stoere hostel want op een goede locatie en nog relatief goedkoop ook) logeeradres en daarna naar Blur in Hyde Park. Toen was het nog altijd boven de dertig graden, dus hij besloot maar even in het park in de schaduw te gaan zitten en iets te gaan eten, dus de drie voorprogramma’s heeft ie maar even laten schieten. Geen ramp, ze waren allemaal vrij onbekend (was ie een dagje later gegaan, dan had ie Vampire Weekend gezien, vet). Maar goed, Blur was fantastisch. Dat verraste Guidje wel, want het is toch zo’n vijftien jaar geleden dat de groep op hun hoogtepunt was, deze eeuw lagen vooral zanger Damon Albarn en gitarist Graham Coxon flink overhoop met elkaar en het sowieso altijd de vraag of die liedjes wel een beetje stijlvol oud zijn geworden. Dat viel dus reuze mee. Vanaf de eerste single ‘She’s So High’, via ‘Girls And Boys’ en ‘Country House’ (waar vooral Albarn tegenwoordig z’n neus voor ophaalt, vast de reden dat het niet op de speciaal voor deze reünieconcerten samengestelde ‘Beginner’s guide to Blur’ staat. Aanstellers, het is nog altijd een erg grappig en goed liedje. Afsluiter en albumtrack ‘This Is A Low’ is geweldig, de toegift met ‘The Universal’ een prachtige uitsmijter. Een DVD van het concert (zo gewiekst zijn ze ook wel weer) is op komst.

Norman Castle

Guidje was trouwens wel meteen op tijd weg, want de dag erna wilde hij wel eens naar Canterbury. Hij was anderhalf jaar geleden nog een week in Londen geweest en hij is er al heel veel eerder geweest, dus deze keer wilde hij wel eens naar een stadje buiten de hoofdstad. Het werd de stad van The Canterbury Tales, de kathedraal en heel veel oude gebouwen en kerkjes. Om te beginnen de Norman Tower, de restanten van een kasteel uit de elfde eeuw, gebouwd in de tijd van Willem de Veroveraar. Het kasteel ligt schuin tegenover het treinstation Canterbury East, bij de stadswallen.

Het Norman House (Christchurch Castle) in Christchurch

Canterbury Cathedral

Binnen die stadswallen is het een wirwar van smalle straatjes, oude huisjes en alles leidt richting Canterbury Cathedral, zo ongeveer het midden van het stadje. De kathedraal is meerdere keren uitgebreid en herbouwd, maar zou oorspronkelijk teruggaan tot de zesde eeuw. Daar is helemaal niks meer van over, de kathedraal die er nu staat is gebouwd vanaf de elfde eeuw ontstaan en groeide pas echt tot grootste proporties uit na de moord op Thomas Becket (op instigatie van koning Henry II), toen Canterbury een bedevaartsoord werd. Wie in het midden van Canterbury Cathedral staat, moet voor de aardigheid eens naar boven kijken, dan kan je heel ver omhoog kijken. Een dame naast Guidje zag hem een foto maken en was helemaal beduusd toen ze naar boven keek.

De Kathedraal van Canterbury

Rivier de Stour

De Stour stroomt door Canterbury is volgens een gids die met een roeibootje een stuk over de rivier tussen de stokoude huisjes door vaart de schoonste rivier van zuidwest-Engeland. Dat is een claim die Guidje niet kan checken (hij kent sowieso weinig andere rivieren in zuidwest-Engeland (behalve dan de niet bepaald schoon te noemen Thames)), maar de Stour is inderdaad verrassend schoon. Naast die rivier liggen de oudste school van Engeland (naar verluidt al gesticht in de vierde eeuw) en – als we het niet door zouden vertellen – ook één van de duurste van het land.

Bruggetjes

De bruggetjes over de Stour in Canterbury zijn eveneens stokoud en als het bootje eronder door gaat, moeten de passagiers diep bukken. Het schijnt dat één ervan nog tot de jaren zeventig op de route van de snelweg van Dover naar Londen lag (waarmee die snelweg dus dwars door de oude straatjes van Canterbury liep, gekkenwerk natuurlijk) en daarmee heeft het heel wat gedender van vrachtwagens overleefd. Bijzonder, want het bruggetje lag er vermoedelijk al in de Romeinse tijd (ja, ook de Romeinen zaten al in Canterbury en noemden met Durovernum Cantiacorum. Vermoedelijk is Canterbury al sinds de oudheid bewoond geweest).

The Weavers

In Canterbury vind je heel oude huisjes, die gebouwd zijn door de Hugenoten. Ze heten ook wel ‘The Weavers’.

Het Old Weavers House in Canterbury

St. Martin’s Church

Als je een flink eindje buiten het stadscentrum loopt (en je moet een aardig eind lopen in dit toch kleine plaatsje (zo’n twintigduizend inwoners)), dan kom je na een beetje speurwerk bij St. Martin’s Church. Guidje had erover gelezen op de wikipedia dus hij moest en zou hier heen gaan. Het is namelijk het oudste kerkje van Engeland dat nog steeds in gebruik is. Het is gesticht in 597 (!) en daarmee is het dus écht stokoud.

Hoe komt het dat een kerkje zo lang kan blijven staan en weet te ontkomen aan alle drang tot uitbreiding (waar andere oude kerkjes aan ten onder zijn gegaan; op de plek van Canterbury Cathedral stond ook ooit een zesde eeuws kerkje)? Wat geholpen zal hebben, is dat het van steen is (in Saksische stijl, met vermoedelijk Romeinse stenen) en dus niet zo makkelijk in brand kon vliegen én dat het een flink eindje buiten het centrum ligt, in betrekkelijke rust. Het was er zo rustig dat de enige andere bezoeker bij het kerkje een nogal griezelige zwerver was, dus Guidje was weer snel genoeg vertrokken. Jammer genoeg was St. Martin’s Church ook gesloten, het wordt door vrijwilligers gerund en die zijn om de dag aanwezig. Een ander keertje misschien. Owja, de begraafplaats is minder oud, het oudste graf zou van het eind van de zeventiende eeuw stammen (wat voor begraafplaatsen trouwens ook heel oud is).

De Sint-Martin's Kerk in Canterbury

Bloemenzee voor Michael Jackson

Terug in Londen is Guidje ’s avonds nog naar de musical gegaan. Op aanraden van badmintonner Bob (die in totaal zo’n honderd keer in Londen zal zijn geweest) ging hij naar Avenue Q, dat ook wel omschreven wordt als een ‘X-Rated’ versie van Sesamstraat. Het was in elk geval erg grappig met inderdaad zo nu en dan wat seksuele toespelingen en een heuse vrijpartij tussen twee ‘hoofdrolspelers.’ Leuke rollen ook van Judy the Slut en een soort Koekiemonster dat alleen maar aan porno kan denken. Het verhaaltje is flinterdun en de liedjes zijn niet allemaal fantastisch, maar voor een musical was ie erg geestig. Bizar trouwens, Guidje had het al gezien toen hij een kaartje voor Avenue Q kocht, maar een theater een paar deuren verder heeft een ’tribute show’ voor Michael Jackson en voor de ingang is het een grote verzameling van bloemen, foto’s, briefjes en prullaria geworden. Een straat verder, voor een lokaal filiaal van de HMV (waar ook concertkaartjes worden verkocht), is het al net zo’n gekte.

Een Bloemenzee ter ere van de dood van Michael Jackson

Nothing Hill

Een dagje later gaat Guidje naar Notting Hill. Hij gaat vroeg, want hij is op de hoogte van de enorme drukte op de Portobello Lane Market. Dat is maar goed ook, want het is nog betrekkelijk rustig. Guidje is ook in de Travel Bookshop geweest, een klein boekwinkeltje dat figureert in de film Notting Hill; het is de boekwinkel waar Hugh Grant eigenaar van is. Tegenwoordig is het een toeristische trekpleister van jewelste. Op de terugweg naar het metrostation Notting Hill Gate vindt Guidje het steeds drukker worden en als ie eenmaal op het perron zit te wachten, ziet hij aan de andere kant een metro stoppen waar zo’n tweehonderd mensen uitstappen. Ga er maar vanuit dat dit nog wel een paar keer zal gebeuren en je snapt heel goed dat aangeraden wordt om of heel vroeg ’s morgens naar de straatmarkt te gaan, of doordeweeks.

Saatchi Gallery

En Guidje wilde nog naar de Saatchi Gallery, aan de poepsjieke Duke of York Street in Chelsea. Dat is (nu eindelijk wel) gelukt, maar over de tentoonstelling is ie niet al te enthousiast. Meneer Saatchi en meneer Saatchi hebben altijd al een voorkeur gehad voor groots en meeslepend (ze waren niet voor niets mede verantwoordelijk voor het succes van Damien Hirst) en deze tentoonstelling bevat heel veel felle (en fluorescerende) kleurtjes en kunstwerken die soms naar minimal art neigen. De meest bizarre zaal is eentje waarin tien oude kerels met lange baarden, sommigen in uniform, in rolstoelen rondrijden. Als dat niet vreemd is, dan is het wel een medewerkster van het museum die heel de dag (!) de rolstoelen die stilvallen weer op gang moet rijden en de wagens die tegen elkaar botsen, uit elkaar moet halen. Je hebt baantjes en je hebt baantjes.

Het Grote Londen Blog, mei 2010

Om te voorkomen dat Guidje aan een ‘deel 1′ van zijn Londen blog begint en een deel 2 aankondigt terwijl dat er helemaal niet van komt (er moet ook ooit nog een New York deel 3 komen, wat foto’s betreft), hierbij ineens Het Grote Londen Blog. Het was weer feest in Londinium. De weersverwachtingen waren belabberd, maar alleen zondagmorgen liep Guidje in de zeikende regen rond. Voor de rest was het prima genietbaar; typisch jas aan/jas uit weer: mooi, maar wel wat frisjes. Een typisch Londens tafereel. Je kan er bijna de London Underground Map op projecteren.

Metrokabels in London

Battersea Power Station

Op de eerste dag wilde Guidje ’s avonds heel graag naar hèt icoon van Londen, dat wil zeggen, Battersea Power Station, die rare oude energiecentrale die al jaren leeg staat en die op de hoes van Pink Floyds Animals staat afgebeeld, bijvoorbeeld. Het ding staat al jaren leeg en niemand weet wat ermee moet gebeuren, maar een foto maken bij zonsondergang, dat leek Guidje wel stoer. En dus ging hij op zoek naar een mooi fotopunt. Even met de metro naar Sloane Square en dan naar de oever van de Thames lopen moest voldoende zijn. Dat had Guidje gedacht. Die oever had ie snel genoeg gevonden, maar toen begon een hele speurtocht naar een mooi punt.

Aan de oever was het terrein afgesloten. Hmm, dan maar vanuit de zijkant. Daar stond een joekel van een foeilelijke yuppenflat (meteen slopen dat ding). Dan maar van weer de andere kant. Vanuit daar had Guidje een gewèldig zicht, maar dat vindt de gemeente daaro niet zo’n goed idee. Mooi dat Battersea Power Station, maar het is niet de bedoeling dat het ook goed zichtbaar is. Kortom, hier stond een gigantische scheidingswand die het terrein afschermde van de buitenwereld van het kaliber West Bank Barrier. Na weer wat speurwerk en een zwerftocht door de wat minder glamoureuze gedeelten van Londen liep Guidje uiteindelijk langs de oever verder naar het oosten en tja, toen maakte hij vanuit dat zichtpunt maar een foto. Jammer, daar had meer ingezeten.

Battersea Power Station in London

Beefeaters

’s Morgens ging Guidje eerst een kaartje kopen voor Priscilla, Queen Of The Desert en daarna winkelen bij Foyles. Met een zware tas vol boeken nog de rest van de dag rondlopen. Hmm, dat bleek bij nader inzien niet zo’n geweldig idee. De Tower Of London, altijd leuk om te bezoeken. Wel wat druk op deze dag. De verhalen van de Beefeaters, die eigenlijk de Yeoman Warders heten zijn altijd wel grappig. Het begint ermee dat hij wil weten waar iedereen vandaan komt om vervolgens van repliek te worden gediend. Amerikaans? ‘This could have been all yours, if you’d have paid your taxes.’ Australisch? ‘The largest island in the New Zealand Archipelago.’ En er zijn de bloederige verhalen over de beulen, de ene wat bekwamer dan de andere.

Over ene Jack Ketch: parttime slager, parttime beul maar helaas voor de geëxecuteerde ook fulltime dronkaard. Dus de onfortuinlijke in kwestie die geëxecuteerd werd, droeg de beul op om dan alsjeblieft wel in één keer goed te mikken met het afhakken van het hoofd, maar dat zat er helaas niet in. De man had vijf pogingen nodig en uiteindelijk heeft hij het hoofd eraf moeten snijden. Overigens moest dat later weer aan de ramp worden vastgenaaid, want officieel moest er nog een portret van deze adellijke persoon (het betrof James Scott, de hertog van Monmouth en een zoon van de koning) worden gemaakt. Smakelijk.

Sint Peter ad Vincula

Meer spannende verhalen kwamen nog in de Sint Peter ad Vincula, de kapel waar de stoffelijke overschotten van de geëxecuteerden werden begraven. Over Anne Boleyn en Lady Jane Grey (die door haar oom op de koning was geplaatst en negen dagen koningin was. Ze was amper 16 jaar toen ze overleed) die allebei volstrekt onschuldig waren, maar ook over Catherine Howard en die was volgens de Beefeater ‘guilty as sin.’ Een jong meisje dat met Henry VIII mocht trouwen (als vrouw nr. 5) maar een vrijgevochten type die de papperige, moddervette koning niet zag zitten en liever aanpapte met de veel jongere Thomas Culpepper. Wel jammer dat diezelfde koning dat als hoogverraad beschouwde en dus ging haar hoofd eraf.

Sint-Peter ad Vincula in London

Eeuwen later, toen de kapel al aardig in verval was, werden onder de vloer heel wat lijken gevonden waarvan het hoofd ontbrak. Wie in deze kapel begraven ligt, is niet prettig aan zijn of haar einde gekomen. Dat vond koningin Victoria ook die zo geraakt door het verhaal over de executie van Anne Boleyn dat ze verordonneerde dat voor het kerkje, waar het schavot had gestaan bij zes executies (de meeste anderen werden op Tower Hill onthoofd, waar het publiek mee kon genieten van het spektakel) een herinneringsplaquette zou komen. En zo geschiedde. In het kerkje zelf foto’s maken mag helaas niet, maar het is een vrij kale en kille bedoening.

Tate Modern

Het Tate Modern is een stukje langs de oever lopen naar het westen en dan de mooie Millennium Bridge (zooooo 2000) over naar de zuidoever. Het gebouw is erg gaaf, de collectie ook. Het enige jammere is dat bij een eerder bezoek de collectie naar thema was ingericht, wat het effect had dat kunstwerken uit allerlei tijdperken en stijlen door elkaar heen stonden. Dit was nu aangepast naar bepaalde stijlen in bepaalde zalen. Dat was erg jammer, want dan viel ook op dat er nogal wat leuks ontbreekt. En het museum is daardoor ook een stuk alledaagser geworden en dat is altijd wel jammer. En de befaamde Seagram Murals van Mark Rothko ontbraken dit keer helaas. Maar het is altijd mooi om werk van Roy Lichtenstein, Jackson Pollock, Bridget Riley, Joseph Beuys, Cy Twombly en ga zo nog maar even door te bekijken. Wel irritant dat sinds musea in Engeland (goed initiatief) gratis zijn deze worden overspoeld door hele karrenvrachten aan kinderen die niet bepaald rustig zijn. Dat rent in het rond en maakt een hoop kabaal en dat is eerlijk gezegd verdomd irritant. Nu waren het Franse schoolkinderen die blijkbaar allerlei opdrachten moesten doen en dus bij een kunstwerk op luidruchtige toon met elkaar stonden te converseren: ‘ah, ici Jackson Pollock!’ Nee, een feest is dat niet.

Het Tate Modern in London

Spookhond

’s Avonds had Guidje een wandeling gepland staan, een spooktocht. Een erg leuke wandeling met bijzondere verhalen over theaters en huizen in Londen waar het spookt. Zo blijkt de officieuze biograaf van het 17de eeuwse Londen Samuel Pepys behalve een befaamd vrouwenversierder ook nog steeds rond te spoken in z’n vroegere huis. Hij verscheen in de jaren vijftig geregeld aan een dame die hij dan graag mee aan de hand nam. Pepys verscheen echter enkel nadat de dame een paar glazen brandy achterover had geslagen. Een volgende avond wilde de dame het spook ook aan wat vriendinnen van ‘r showen en inderdaad, na de inname van wederom een paar glazen alcohol kwam Pepys zowaar weer tevoorschijn. Nog opvallender is het verhaal over een hondje dat op een plein vlak bij St. James’ Park telkens verkeersongelukken veroorzaakte. Het hondje verscheen op drie momenten op de dag: ’s morgens rond acht uur, tussen de middag rond één uur en ’s avonds rond acht uur.

Het was de verzekeringsmaatschappijen een doorn in het oog en de politie werd verzocht een oogje in het zeil te houden zodat als de hond weer werd gezien, de eigenaar misschien achterhaald kon worden. Op een avond stond een politie-agent te posten op het pleintje en omdat het regende, stond hij onder een boom. Daar voelde hij dat hij op wat hards stond en toen hij bukte om te kijken wat het was, bleek hij op een klein grafzerkje te staan: het graf van een hond met de naam Giro, de hond van de Duitse ambassadeur die aan de vooravond van de Tweede Wereldoorlog was overleden en vlakbij had gewoond. Hij liet z’n hond elke dag uit, ’s morgens om acht uur, tussen de middag om één uur en ’s avonds om acht uur. Het grafje werd in ere hersteld en is nog steeds te zien. En de hond? Die is nooit meer gesignaleerd.

Engelse vrienden

Overigens was Guidje tijdens de wandeling aan de praat geraakt met twee Engelse vrienden die ‘m halverwege de wandeling, tijdens een pitstop in een kroeg, een drankje aanboden. Dat was erg gezellig en na afloop werden er nog een paar whisky’s gedronken in een andere pub, terwijl op de achtergrond het laatste verkiezingsdebat op TV te volgen was. Een leuke avond waarbij over en weer wat over politiek werd gekletst en uit het gesprek bleek al snel dat de ene man namens een bedrijf in Venlo in Essex werkte en de andere bleek elk jaar naar Brabant te komen om carnaval te vieren in Oeteldonk. 

St. John’s College in Cambridge

De volgende dag ging Guidje een half dagje naar Cambridge, maar daar waren jammer genoeg lang niet alle colleges open vanwege de examenperiode. Wat hij wel kon bezoeken zag er poepsjiek uit en Cambridge is sowieso een gezellig stadje met lekker oude straatjes en leuke winkeltjes. En een ronde kerk, één van slechts vier ronde kerken in heel Engeland (van de andere vier staan er twee in Newcastle en eentje in Londen, dat is Temple Church die weer figureert in The Da Vinci Code van Dan Brown).

Het St. John's College in Cambridge

London Eye by Night

Maar goed, Guidje was weer vrij vroeg terug in Londen zodat hij nog even goed kon gaan winkelen (owjee, de Fopp en de HMV hebben goed verdiend aan Guidje’s bezoek aan Londen van dit weekend). ’s Avonds ging hij naar het Victoria & Albert Museum. Gelukkig kindervrij (dus lekker rustig), maar helaas waren ook niet alle afdelingen open. Daarna ging Guidje nog even naar St. James’s Park om een foto te maken van het London Eye in de schemering. Hij had wat pogingen nodig, maar uiteindelijk is het resultaat wel aardig.

De London Eye by Night

Highgate Cemetery

Op zaterdag ging Guidje naar Highgate Cemetery. Hij was er wel wat vroeg, om er zeker van te zijn om om 11.00 uur deel te kunnen nemen aan de eerste rondleiding over West Cemetery. Daardoor kreeg hij wel mooi de gelegenheid om vooraf nog even over East Cemetery (de twee begraafplaatsen worden gescheiden door een weg. West is het oudste, East is ‘slechts’ vijftien jaar jonger) rond te dwalen, de iets minder sfeervolle helft van deze negentiende eeuwse Victoriaanse begraafplaats.

Zo hij ook nog een bezoek brengen aan het graf van Karl Marx (de politiek filosoof leefde de laatste jaren van z’n leven in betrekkelijke armoede in de Britse hoofdstad). Een afgrijselijk protserig graf, in de jaren vijftig van de twintigste eeuw opgericht door de Britse communisten, terwijl de man zelf tot die tijd de voorkeur had gegeven aan een bescheiden graf. Op deze eerste mei was er veel aandacht voor de schrijver van het Communistisch manifest. Er stonden wat mensen voor het graf een moment stilte in acht te nemen en er lagen al bloemen voor z’n graf. Toen Guidje terugliep naar de ingang, zag hij een man met een bosje bloemen de begraafplaats oplopen en later op de dag stond er een rondleiding op het programma. In Nederland wordt er al jaren lacherig gedaan over de Dag van de Arbeid, maar in Engeland is Marx zeker niet vergeten. Gelukkig maar. Wel jammer van dat lelijke grafmonument.

Highgate Cemetery in London

Rechtsboven op de foto zie je een boom die in het midden staat van een rondgang met aan beide zijden mausolea. De 2e foto rechts is het graf van de eigenaar van één van de eerste circussen van Groot-Britannië. Links onderin zie je het graf van een man die best gezien kan worden als de grondlegger van het internet. Rechtsonderin zie je het grafschrift op het grafmonument voor Karl Marx.

Anekdotes Highgate Cemetery

Ach, Highgate Cemetery. Victoriaanse begraafplaats die deel uitmaakt van The Magnificent Seven, een groep van zeven begraafplaatsen die in de negentiende eeuw werden aangelegd om de vanwege de industriële revolutie sterk groeiende bevolking van de hoofdstad te kunnen begraven. Nouja, nadat ze waren overleden, that is. Highgate Cemetery groeide al snel uit tot de meest indrukwekkende van deze begraafplaatsen. Het was de derde in de serie en het was prachtig tegen een heuvel aangelegd. Guidje was er al eerder, toen was het december en zag het er al mooi uit, nu in het voorjaar was het er zo mogelijk nog mooier. Graven zijn overwoekerd, de zon scheen mooi door de bladeren van de bomen heen. Dit keer mocht de groep bezoekers waar Guidje deel van uitmaakte ook een kijkje nemen in een gigantisch grafmonument en werd er zelfs een bezoekje gebracht aan een mausoleum, alwaar in een grote nis hele rijen met kisten te zien waren. Het was een macabere aanblik. In dat mausoleum konden geen foto’s worden gemaakt, maar voor de rest mocht overal naar hartenlust gefotografeerd worden. Het zag er weer prachtig uit.

De anekdotes zijn ook sterk. Op het graf van een circuseigenaar rust een leeuw. Het verhaal gaat dat een concurrerende circuseigenaar leedvermaak had toen z’n olifant was overleden. Daarop begon hij te adverteren met het feit dat hij de enige levende olifant van Londen had. Daarop besloot de àndere circuseigenaar te gaan adverteren met de opmerking dat hij de enige dóde olifant van Londen kon showen, omdat het zien van een dode olifant nog net ietsjes bijzondererder is dan het zien van een levende olifant.

Borough Market

Daarna bracht Guidje nog een bezoek aan Borough Market, een straatmarkt aan de zuidkant van de Thames, vlakbij Southwark Cathedral en het Globe Theatre. Er is allerlei vers eten te krijgen kortom, een perfecte plek om te lunchen. Het weer – vooraf was voorspeld dat zaterdag één en al regen zou worden – was nog erg goed. Ook toen Guidje bij The Wallace Collection, een erg mooi museum in een oud landhuis in Marylebone, was aangekomen was het nog goed te hebben. Het beroemdste kunstwerk van The Wallace Collection is De Lachende Cavalier van Frans Hals en anders is het wel De Schommel van de Franse rococo kunstenaar Jean-Honoré Fragonard. Het is het toppunt van truttige frivoliteit, maar wel leuk.

Straten in London

Rondlopen in The Wallace Collection kan je vergelijken als een bezoek aan de Galleria Borghesia in Rome, The Frick Collection in New York of het Mauritshuis in Den Haag. Een museum met een bescheiden collectie, veelal door de jaren heen door één of twee kenners bij elkaar verzameld en te bezichtigen in een stijlvolle omgeving. Toen hij weer buiten kwam, was het warempel nog steeds droog, al voorspelde de donkere lucht die Guidje boven de stad zag hangen weinig goeds. Het was maar goed dat hij snel op Oxford Street was voor een bezoekje aan het walhalla van de muzieknerd: de HMV aldaar. Guidje vond er – naast een stapeltje cd’s – dvd’s van de zeer mooie BBC documentaireserie South Pacific en een dvd van Treehouse Of Horror, een compilatie van de beste Halloween afleveringen van The Simpsons, met het hilarische The Shinning, een parodie op The Shining als hoogtepunt (bijna net zo leuk is het tweede deel van Treehouse Of Horror V: Time And Punishment, waarin Homer Simpson door de tijd reist en per ongeluk het uitsterven van de dinosauriërs veroorzaakt).

Priscilla, Queen Of The Desert

Als slotstuk van z’n bezoek aan Londen stond de musical Priscilla, Queen Of The Desert op de agenda. De musicalversie van de zwaar over-the-top travestieten komedie die als film al een enorme hit was. Over drie travestieten die op een road trip door de Australische Outback vertrekken van Sydney naar Alice Springs en onderweg van alles meemaken. Met in de hoofdrol niemand minder dan Jason Donovan (die dus wel wat aan lager wal is geraakt als hij tegenwoordig zijn geld moet verdienen in musicalland, maar soit, hij kan redelijk goed zingen). Een erg leuke musical met goede, lekker grove grappen en nuances? Neuh, die zijn niet te ontdekken. De soundtrack bestaat uit het betere discowerk zoals I Love The Nightlife, Boogie Wonderland, Hot Stuff en Don’t Leave Me This Way. En er is zowaar een opera intermezzo, als een zangeres bovenop een gigantische naaldhak bovenop de bus (Priscilla) op het podium naar voren wordt geschoven en boven het publiek hangend een aria uit La Traviata brengt.

De Musical Priscilla, Queen of the Desert in London

Er worden sowieso te pas en te onpas drie zangeressen vanuit het plafond naar beneden getakeld om liedjes te zingen. Knap gedaan, leuk gemaakt. Als deze musical nou es naar Nederland zou komen, dan zou dat een hele vooruitgang zijn op de standaardmeuk waar Joop van den Ende meestal mee op de proppen komt. Guidje gaat tegenwoordig elke keer als ie in Londen is naar een musical en ook al houdt ie niet van het genre, wàt ie daar ziet (Monty Python’s Spamalot, Avenue Q) is altijd leuk (en Rock Of Ages in New York was ook al zo gaaf).

Londinium, maart 2011

Het schijnt dat in de kelders van de Bank of England een spook van ‘6 feet and 7 inch’ huist. Het is van een bankemployee die er op slechts 27-jarige leeftijd overleed (de man leefde enkele eeuwen terug. Extreem lange mensen worden sowieso niet al oud en toen (mensen werden vrijwel nooit ouder dan 40) zeker niet). Hij had in zijn testament laten vastleggen dat ie na z’n dood in een geketende kist in de kelder zou komen te staan, om te voorkomen dat z’n graf geroofd zou worden. Een beetje lijk leverde indertijd een aardig bedrag op en het lijk van een reus al helemaal, maar de overledene zelf wilde er wel zeker van zijn dat zijn ziel de hemel zou halen en dan moest zijn stoffelijk overschot wel dertig dagen lang ‘rust’ hebben. Althans, zo was de gedachte. Het is een deel van het verhaal over één van de spoken dat Guidje tijdens een Ghosts, Gaslight & Guinness, op de eerste dag van zijn bezoek aan Londen (ja, de zoveelste keer) hoorde. Hij zal de rest van het verhaal niet verklappen (er gaat nog een andere leuke anekdote over dit spook), daarvoor moet je zelf maar een keer op deze wandeling gaan.

Ja, Guidje was dus weer in Londen de afgelopen dagen. En afgezien van een flinke verkoudheid waar ie al een tijdje tegenaan zat te hikken en waardoor hij zich zaterdag en zondag allesbehalve jofel voelde, heeft ie zich weer uitstekend vermaakt. En dat in z’n eentje. Maar Londen is dan ook bij uitstek een stad waar je je in je eentje goed kan vermaken.

Marxist

Bij zo’n wandeling maak je gemakkelijk contact, in dit geval tijdens een bezoekje aan de pub, alwaar de gids, een overtuigd marxist, z’n politieke mening deelde met een Russische medewandelaar. Een jonge gast die toch niet zo gecharmeerd was van al die communistische idealen: ‘maar mijn moeder is nog wel communist,’ verzekerde hij de gids. Hij vervolgde door de gids te zeggen dat de Britse overheid dan in elk geval iets gaf om zijn of haar onderdanen. De gids was geschokt: ‘our government doesn’t care!’ Enfin, het politieke element zou later nog wel terugkeren, want op zaterdag werd de stad overspoeld door een half miljoen demonstranten.

Pet Cemetery Hyde Park

Op donderdagmorgen ging Guidje eerst nog op jacht naar het Pet Cemetery. Het is een begraafplaats voor huisdieren, in een hoekje van Hyde Park, ontstaan in de negentiende eeuw. De Victorianen hadden een obsessie met het dodenrijk, maar tegenwoordig lijkt de overheid met het kerkhofje in de maag te zitten. Het staat op vrijwel geen enkele kaart vermeld en het zicht op het perkje vanaf de straat wordt je ontnomen door een hoge muur plus hek: o wee dat Den Moderne Mensch wordt geconfronteerd met mini grafzerkjes. Guidje stuurde nog een e-mail naar de leiding van Hyde Park of ie niet toch even een kort kijkje mocht nemen, maar een reactie heeft ie nooit gekregen. Daarom heeft ie maar zo goed en zo kwaad als het kan wat foto’s gemaakt. Een alternatief is om op dat muurtje te klimmen, maar daar voelde ie zich toch wat ongemakkelijk bij; voor je het weet staat er een bobby op je rug te tikken: ‘wat zijn wij aan het doen?

Het is een beetje moeilijk ontcijferen, maar op de grafzerkjes staan namen als Cyp, Muffin, Jack, Flo, Fro, Scot, Snap & Beth. En er is ene Ginger Blyth, ‘a king of pussies’ die wordt geëerd. Ja, dat staat er echt. Die negentiende eeuwse Londenaren hadden best wel gevoel voor humor.

Hyde Park Pet Cemetery in London

Beatles Magical Mystery Tour

Guidje had wel belangrijkere dingen te doen: een Magical Mystery Tour. Een wandeling met de Beatles als overkoepelend thema en die dan ook nog es eindigt met een bezoek aan hèt zebrapad op Abbey Road. Dat moest ie meemaken. Een erg leuke wandeling, maar het zit gids Desiree niet mee; door een vertraging in de metro is ze te laat op het verzamelpunt, eenmaal begonnen bemoeit een zwerver op Soho Square zich vrij hinderlijk met haar verhaal (hij heeft een paar jaar geleden Paul McCartney gezien en hij heeft ‘m nog gegroet ook), als ze bij het voormalig hoofdkwartier van Apple Records haar verhaal wil doen, wordt ze gestoord door een stratenmaker met drilboor, de weg naar het metrostation waarmee haar groep naar metrostation St. John’s Wood (vlakbij Abbey Road) wil reizen is afgezet en dus moet er een stuk worden omgelopen en uiteindelijk loopt heel de wandeling daardoor bijna een uur uit.

Eenmaal bij Abbey Road aanbeland blijkt de studio zelf zich in een nogal non-descript pand te bevinden, maar de straat zelf wordt geterroriseerd door toeristen die allemaal, ja echt állemaal het beroemde zebrapad over willen steken. Desiree woont zelf aan Abbey Road en ze wil ons wel toevertrouwen dat menig automobilist er strontziek van wordt. Niet gek, want het gebeurt zonder overdrijven honderden keren per dag dat het zebrapad wordt overgestoken terwijl een amateur-fotograaf er vanaf het trottoir een olijk en o zo origineel kiekje van probeert te maken.

The Beatles Magical Mystery Tour pand en Zebrapad bij Studio Abbey Road in London

Abbey Road

Hoogtepunten van de Magical Mystery Tour. De deur van het hoofdkwartier van Apple en het dak waarop de Beatles hun laatste live optreden ooit speelde. Het duurde twintig minuten, totdat een Britse politieagent na klachten uit de buurt de stekker uit het stopcontact trok en daarmee geschiedenis schreef: hij beëindigde het laatste live concert dat de Beatles ooit gaven. Dan nog de muur voor de studio van Abbey Road. Die wordt elke twee maanden schoongemaakt, dus iedereen wordt aangemoedigd er vooral op te schrijven. Rechtsonder op de foto: hèt zebrapad, maar dan vanuit de andere kant bekeken.

Kew Gardens

Omdat de wandeling is uitgelopen, moet Guidje zich naar de andere kant van Londen haasten om nog een paar uurtjes door te kunnen brengen in Kew Gardens. Officieel zijn de tuinen zelfs koninklijk en misschien is dat de reden dat de entreeprijs zo idioot hoog is, maar ja, je krijgt er wel wat voor terug. Twee geweldig mooie kassen, gebouwd in Victoriaanse stijl, wat modernere kassen, een walkway door de boomtoppen en een hoop mooie bloemen. Het is niet zo dat Guidje zo van de bloemetjes en bijtjes is, maar Kew Gardens is een walhalla voor iemand die graag foto’s maakt. Allereerst wil Guidje het plafond van het Palm House fotograferen (is gelukt), maar bij elke bloem, plant of boom die je voorbij loopt denk je ‘ja, die is ook mooi’ en zo kan het dus gebeuren dat je na een bezoek zo honderd foto’s verder bent. 

Het Palm House in Kew Gardens in London

Gelukkig maar dat ie tegenwoordig digitaal fotografeert; toen Guidje december 2007 met Stefan in Londen was, fotografeerde ie nog analoog en kostte een bezoek aan Kew Gardens ‘m alleen al bijna twee rolletjes. Het selecteren van foto’s voor z’n blog viel ‘m dit keer desondanks zwaar. Trouwens, of het aan z’n joekel van een digitale camera ligt (en hij dus heel profi oogt) of aan het feit dat ie alleen reisde (of dat ie gewoon een enòrm vriendelijke uitstraling heeft, lol), ook dit keer werd ‘m in Londen regelmatig gevraagd of ie foto’s wilde maken van stelletjes.

Kew Gardens in London
Kew Gardens in London

St. Martin in the Fields

’s Avonds ging Guidje nog naar een concert in de St. Martin in the Fields. Klassiek nog wel, met werken van Bach, Händel en Vivaldi. Het ging ‘m vooral om de belevenis, maar de muziek van Bach is erg mooi (het is een belediging voor muziek in het algemeen om Bach niet goed te vinden, al zal Guidje het niet snel thuis op zetten). Dat twee van de vier jaargetijden van Vivaldi ook voorbijkwamen (die toch danig kapotgespeeld zijn), nam ie graag voor lief. Het was erg mooi, maar Guidje had er nou niet per se voor op de eerste rij hoeven zitten (waar ie echter wel terecht kwam). Foto’s maken tijdens het concert mocht niet, maar van tevoren wel. Heeft ie toch nog een klein beetje sfeerfoto kunnen maken.

De St. Martin-in-the-Fields-Kerk in London

Oxenaforda, maart 2011

Volgens de weerman van de BBC was het donderdag in Manchester niet alleen de warmste plek van Groot-Brittannië, het was ook de warmste plek van heel Europa. Dit toch grote hilariteit van diezelfde weerman. Oxford ligt toch wel zo’n 200 kilometer van Manchester maar zal op vrijdag dichtbij dit eervolle record zijn gekomen, het was er in elk geval erg warm. En zonnig. Guidje was al eens in Oxford geweest, in 1996 of 1997, toen ie met z’n ouders op vakantie was in Engeland, maar hij kon zich er erg weinig meer van herinneren.

In Cambridge was ie de afgelopen jaren al regelmatig geweest; eerst twee keer waarbij ie door omstandigheden gedwongen zich er in een uurtje doorheen moest haasten en toen ie er een derde keer was, was het weer nogal slecht. Wat dat betreft stond Oxford alleen al vanwege dat warme weer meteen 3-0 voor. En dan lijkt het stadje veel beter voorbereid te zijn op de stortvloed aan toeristen die Oxford elke zomer overspoelen. Toeristisch hoeft niet altijd een negatieve bijbetekenis te hebben; het is erg praktisch als colleges er daadwerkelijk rekening mee houden dat er toeristen zijn die wat willen bekijken en dus tegen betaling rondleidingen verzorgen, iets wat Guidje in Cambridge, waar het adagium ‘help, toeristen. Hoe raken we die zo snel mogelijk weer kwijt?’ is, nog niet had meegemaakt.

Bomen in Oxford

Radcliffe Camera

Maar misschien is er in Oxford gewoon net even wat meer te zien dan in die andere fameuze poepsjieke studentenstad. De Radcliffe Camera bijvoorbeeld, een prachtig, exact rond bouwwerk waar tegenwoordig de bibliotheek van Oxford in is gevestigd. Helaas alleen tijdens uitgebreide rondleidingen te bezichtigen en die worden maar enkele keren per week verzorgd (en net vandaag niet). Jammer, maar dan moet ie het maar doen met het gebouw aan de buitenkant.

De Radcliffe Camera Bibliotheek in Oxford

Bridge of Sighs

Niet ver van de Radcliffe Camera is er nog de Bridge of Sighs, een exacte kopie van de brug in Venetië; het is het meest gefotografeerde bouwwerk van Oxford.

De Bridge of Sighs in Oxford

St. Edmund Hall

Verderop wilde Guidje graag een bezoekje brengen aan de kerk St. Peter-in-the-East, die op de binnenplaats van St. Edmund Hall te bezoeken is. Het gaat ‘m niet eens zozeer om dat kerkje (dat tegenwoordig trouwens een bibliotheek huisvest en derhalve enkel voor studenten toegankelijk is), maar om de begraafplaats waar zich een grafzerk zou bevinden met het opschrift dat ene Sarah Hounslow op 31 februari 1835 zou zijn overleden. Jammer genoeg zijn veel zerken onleesbaar dus een foto maken is niet gelukt.

St. Edmund Hall Universiteit en Begraafplaats in Oxford

Carfax Tower

Op de belangrijkste kruising van Oxford bevindt zich de Carfax Tower, één van de oudste bouwwerken van de stad. Omhoog klauteren is leuk, maar de trap is wel heel smal en lijkt te zijn gebouwd voor kleine mensen. Als Guidje weer naar beneden gaat, staat er halverwege een halve schoolklas te wachten die naar boven wil. ‘How is the view sir?’ vraagt één van de leerlingen aan ‘m. ‘Very good, it’s well worth the climb.’ Gegniffel in de groep waarop hij, terwijl hij een trap verder naar beneden gaat, het meisje nog hoort zeggen ‘well, he responded!’

Carfax Tower in Oxford

Bodleian Library

De Bodleian Library is één van de oudste bibliotheken in Europa. Needless to say, de veiligheidseisen zijn erg streng: geen vocht mag mee naar binnen en tassen moeten in de garderobe achtergelaten worden. Foto’s maken mag helaas ook niet. De bibliotheek bevindt zich op de eerste verdieping en niet voor niets; dan werd bij een eventuele overstroming in elk geval voorkomen dat de (peperdure) boeken beschadigd raakten. Vuur was ook uit den boze, dit tot frustratie van studenten en wetenschappers die daardoor ’s avonds niet door konden werken. Tot slot moesten alle boeken binnen de bibliotheek blijven. Zelfs toen een koning om een boek verzocht, werd hem vriendelijk duidelijk gemaakt dat de beste man dan maar naar Oxford moest komen, mocht ie het betreffende boek zo nodig willen lezen. Vanwege ruimtegebrek werden de boeken eerder gerangschikt op formaat dan op volgorde van alfabet. Is ook wel zo esthetisch.

Divinity School

Een verdieping lager bevindt zich The Divinity School, een beroemde locatie voor de films van Harry Potter. Een prachtige oude zaal waar examens werden afgenomen. Daarachter bevinden zich dan nog het Convocation House en de Chancellor’s Court. In die laatste werden heuse rechtszaken behandeld, tot de jaren zestig aan toe toen een zaak over een student die een meisje mee naar huis had genomen werd behandeld. Ja mensen, belangwekkende zaken. Tegenwoordig worden alle ruimte nog gebruikt voor symposia of voor afstudeerfeesten. Niet slecht.

Divinity School in Oxford
Convocation House in Oxford

Tja, het blijft een studentenstad. Geen wonder dat Guidje zich er meteen thuisvoelt.

Veel fietsen in Oxford

Shoppen Oxford Street

Na de rondleiding ging Guidje weer terug naar Londen voor wat shoppen in de HMV op Oxford Street. Het is nog steeds de ultieme snoepwinkel, maar tegelijkertijd zijn het zware tijden voor de flagstore van deze fameuze Britse muziekketen; dat alle andere filialen in de Britse hoofdstad (nouja, die in het centrum liggen) zijn gesloten is een veeg teken. En echt druk is het er ook niet. Maar goed, de gigantische winkel met (o zo heerlijk) schijnbaar eindeloze cd-rekken (kom daar in Nederland es om vandaag de dag) is ook een toeristische trekpleister, want Guidje meent dat ie toch heel wat niet-Britten met mandjes ziet rondslenteren.

Maar goed, het is dan ook spotgoedkoop cd’s inkopen, zeker vergeleken met de Nederlandse prijzen. De nieuwste cd van The Strokes? Tien Pond. The Naked and Famous? Acht Pond. Die cd van The Vaccines? Acht Pond. Noah and the Whale? Negen Pond. En dan heeft Guidje het nog niet gehad over die heerlijk uitgebreide back catalogue waar ie zonder problemen bijvoorbeeld True Colours (Split Enz) uit de bakken vist (nouja, ze hebben ook The Best Of Limahl (& More) en dat is ronduit schokkend. Niet zozeer die ene hit, maar eerder dat er ook nog méér op staat). Geen wonder dat ie al weken van te voren een verlanglijstje heeft samengesteld van cd’s Guidje móet hebben, maar toch is de stapel cd’s en dvd’s (hij heeft ook wat bestellingen van thuis meegekregen) waarmee ie bij de kassa komt vrij gènant. Het oogt wat decadent.

Bioscoopje pakken

’s Avonds ging Guidje nog in een bioscoop op Leicester Square naar Black Swan, wat een enorm creepy film bleek te zijn. Bizar, maar een tegelijkertijd enorm knap gemaakte film.

Demonstratie

Op zaterdag staat heel Londen op z’n kop vanwege dè demonstratie. Naar verwachting zullen 250 duizend mensen (het zullen er later een half miljoen blijken te zijn) demonstreren tegen de bezuinigingen van de regering. Opportunistische tabloid die meedemonstreert. Ze hadden het kunnen weten dat de demonstratie uit de hand zou lopen. Met de Wet van Murphy zo nadrukkelijk aanwezig. ‘I feel sorry for the tourists’ zegt een meisje in de Carhartt Store tegen een collega, refererend aan het stadscentrum dat wordt overspoeld door demonstranten. Het geeft niet; toen ie eerder die dag in de metro stond naast een vrouw met een button ‘Liberate the Palestinian people’ kreeg Guidje nog zelfs zin om mee te doen; dit moeten wel leuke mensen zijn.

Maar hij had toch al besloten eerst naar de National Gallery te gaan om een kijkje te nemen bij een (weliswaar piepkleine) tentoonstelling van Bridget Riley, Brits Op Art kunstenares (ook op 24 april jarig, het schept een band) en de sowieso indrukwekkende collectie (met veel Hollandse meesters) om daarna naar Covent Garden te gaan om vervolgens het centrum snel links te laten liggen. Op dat moment staat Trafalgar Square al vol demonstranten en loopt een groep anarchisten luid schreeuwend heen en weer op Charing Cross Road (sommige van die figuren zou ie ’s avonds nog op het BBC News voorbij zien komen). Het journaille laat zich trouwens sowieso van z’n meest opportunistische kant zien. De Daily Mail heeft grote borden opgehangen waarin de tabloid aangeeft het met de demonstranten eens te zijn, maar bericht een dag later smakelijk over de uit de hand gelopen rellen. Overigens doet de Nederlandse media het niet veel beter; het enige waar het NOS Journaal het over heeft zijn de rellen.

Demonstratie Bezuinigingen Regering in London

Monument to the Great Fire of London

Als Guidje aan het einde van de middag bij het Monument to the Great Fire of London is, wordt ie eerst bij de kassa nog intens beledigd door de medewerkster. Ze vraagt met een stalen gezicht aan Guidje: ‘weren’t you on Take Me Out the other night?’ Haar collega is lichtelijk geschokt door zoveel vrijpostigheid van haar collega ‘you can’t ask that!’ maar hij reageert maar olijk: ‘no, but it appears I do have a lookalike.’ Het monument is ’s werelds hoogste vrijstaande Dorische pilaar. Yeah right, wel dan een Dorische pilaar die tussen 1671 en 1677 is gebouwd naar een ontwerp van Christopher Wren en Robert Hooke. De hoogte van de pilaar (202 feet) geeft aan over welke lengte de Great Fire van 1666 schade aan heeft gericht in de stad.

Monument to the Great Fire of London in London

Het leukste aan de pilaar is echter de 311 treden tellende wenteltrap naar boven, die uiteraard een perfecte fotogelegenheid biedt. Guidje heeft bijkans een stuk of vijftig pogingen gewaagd om zowel van beneden naar boven als van boven naar beneden een geslaagde foto te maken, maar het blijft behelpen. Het uitzicht bovenop is niet zo spectaculair; daarvoor is er de afgelopen decennia veel te veel modern spul bij gekomen dat het zicht ontneemt en ertoe bijdraagt dat het Monument allang niet meer het langste gebouw in de omgeving is. Omdat tussen 1788 en 1842 maar liefst zes mensen zelfmoord pleegden door van de toren te springen, is er ook nog een soort kooi om het uitzichtpunt heen gebouwd (iets wat ook niet sfeerverhogend is). Maar als Guidje vlak voor sluitingstijd het Monument uitloopt, krijgt ie nog wel een diploma in z’n handen gedrukt: kan ie aantonen dat ie toch maar even de 311 treden van het Monument heeft bedwongen.

Tate Modern

’s Avonds is Guidje naar het Tate Modern gegaan. De vaste collectie heeft hij al meerdere keren bekeken dus die laat ie dit keer voor wat ie is, maar het gaat ‘m om de tentoonstelling van Gabriel Orozco. Hij had nog nooit van de man gehoord, maar zag in The One Show op de BBC een reportage over de tentoonstelling en werd erg nieuwsgierig. Orozco zou een exponent zijn van de relational art. Een stroming die op wikipedia wordt omschreven als ‘kunst waarbij het geheel van de menselijke relaties en hun sociale context centraal staat.’ Tja. Leuke omschrijving, maar is dat niet met alle moderne kunst zo? 

Kunstgalerie Tate Modern in London

Niettemin heeft Orozco een bepaalde speelsheid in z’n kunstwerken die Guidje wel aanspreekt. Zoals de Citroën DS die de kunstenaar van de schroothoop heeft gered. De auto had al een aerodynamische vormgeving, maar hij heeft de auto nog smaller en aerodynamischer gemaakt: er kan nog maar één iemand achter het stuur en één iemand achterin de auto zitten. Leuk, maar doordat de motor er niet meer in past, is de auto nutteloos geworden. Humor. Ook de ovaalvormige biljarttafel met ballen waarbij de rode bal aan een draad aan het plafond hangt en die, als deze bij het spelen wordt geraakt (je wordt als bezoeker uitgenodigd om vooral mee te spelen), heen en weer zwiept, is erg geestig. Niet dat alles ‘m zo aanspreekt; de lege schoenendoos midden in de zaal heeft hem een iets te hoog ‘l’art pour l’art’ gehalte. In de grote turbinehal is het echter de tentoonstelling van Ai Weiwei, die de vloer heeft bezaaid met ontelbaar veel porseleinen zonnebloemzaadjes, de meest bekijks trekt (bovendien is het idee van Chineesjes die wekenlang porseleinen zonnebloemzaadjes hebben gemaakt wel geestig).

St. Paul’s Cathedral

Nog een mooi shot van St. Paul’s Cathedral ’s nachts.

St. Paul's Cathedral in London

British Museum

Op zondag heeft Guidje eerst een bezoek aan het British Museum in gedachten. Het gaat om 10.00 uur open en om de drukte voor te zijn, is hij er al vrijwel meteen na de opening. Dit keer wil hij vooral foto’s maken van het bijzondere glazen plafond van de binnenplaats, maar het is natuurlijk zonde om dan niet ook meteen een kijkje te nemen bij de collectie. Op bepaalde tijdstippen worden ook korte rondleidingen gegeven in specifieke zalen en zo weet Guidje nu alles over de Romeinse goden die in tweeduizend jaar geleden in Brittannia in trek waren (zoals de van oorsprong ‘Britse’ paardengod Epona die de Romeinen graag overnamen en introduceerden in de Romeinse mythologie).

Het British Museum in London

Brompton Cemetery

Na het British Museum wil Guidje eerst naar Nunhead Cemetery, één van de zeven Victoriaanse begraafplaatsen die in de jaren dertig en veertig van de negentiende eeuw zijn aangelegd. Guidje is al twee keer op Highgate Cemetery (de beroemdste van de Magnificent Seven) geweest, maar nu wil ie die andere zes toch ook wel es bezoeken. Op Nunhead Cemetery wordt deze zondagmiddag zelfs een rondleiding gegeven, maar het is erg lastig om in het voorstadje in Zuid-Londen te belanden: eerst moet ie naar het afgrijselijk lelijke Elephant & Castle (ooit gekozen tot één van de lelijkste plekken van Londen) en daar blijken er geen treinen naar Nunhead te gaan op zondag. Hmf. Wat nu? Even in de reisgids bladerend blijkt dat Brompton Cemetery, een andere van de Magnificent Seven, naast metrostation West Brompton te liggen en dus makkelijk bereikbaar is. Doet ie die maar.

Brompton Cemetery in London

Brompton Cemetery is in alles de tegenhanger van Highgate Cemetery: Highgate is heuvelachtig en de grafmonumenten zijn veelal overwoekerd, wat bijdraagt aan de sfeer en charme van die beroemde begraafplaats. Brompton Cemetery is veel geordender; er gaat een grote oprijlaan in een rechte lijn naar de kapel midden op de begraafplaats en onderweg zie je aan de linker- en rechterkant canollades die zijn geïnspireerd op het plein voor de Sint Pieter in Rome. Bovendien kom je hier nauwelijks overwoekerde graven tegen. De begraafplaats is allesbehalve een grauwe bedoening; doordat ze middenin de bebouwde kom ligt (vlakbij poepsjieke buurten als Chelsea, Kensington en Earl’s Court), wordt er rondgefietst en gewandeld. Het is bijna typisch Brits dat niemand zich erom bekommert dat hier een paar duizend lijken in de grond liggen (waaronder beroemdheden als Emmeline Pankhurst, Frederick Richards Leyland en Henry Cole (die laatste is niet alleen de oprichter van het Victoria & Albert Museum, maar wordt ook gecredit als uitvinder van de kerstkaart)) en waarom zou je ook?

Brompton Cemetery in London

Brompton Cemetery is niets anders dan een mooi park, waar toevallig ook wat grafmonumenten te vinden zijn. Beatrix Potter vond het al een inspirerende omgeving. Ze woonde vlakbij en moet hier vaak gewandeld hebben; diverse namen van figuren uit haar boeken zijn terug te vinden op grafzerken: Mr. Nutkins, Mr. McGregor, Jeremiah Fisher, Tommy Brock en een Peter Rabbett. Maar misschien is nog wel het leukste dat de begraafplaats grenst aan Stamford Bridge, het stadion van voetbalclub Chelsea. Wie aan de oostzijde in het stadion zit, kijkt als ie even achterom kijkt, uit op Brompton Cemetery.

Op de 2e foto linksboven, zie je een grafmonument dat erg populair is bij de lokale vogels. Er staat nog bij dat ze niet gevoerd mogen worden, maar het heeft niet bepaald het gewenste effect; het gebouwtje is volledig ondergescheten. Op de onderste foto een vliegensvlugge eekhoorn die toch wel even kort wilde poseren voor een fotoshoot. Eekhoorns zijn Guidje wel vaker welwillend.

Victoria & Albert Museum

Na het bezoek aan Brompton Cemetery heeft Guidje nog een paar uurtjes in Londen op deze zondag en die besluit ie door te brengen in het Victoria & Albert Museum. Hij is eerder in het museum geweest, maar dat was ’s avonds en dan zijn niet altijd alle zalen open. Het is zo gigantisch dat je er met gemak een dag door kan brengen en dat vindt Guidje – die nu ook weer niet zó geïnteresseerd is in ’toegepaste kunst’ – iets teveel van het goede, maar veel zalen zijn prachtig ingericht en geweldig om doorheen te slenteren. Het Victoria & Albert Museum heeft wel een mooie lichtval in één van de koepels.

Het Victoria & Albert Museum in London

Nunhead, september 2012

Gezond was het er niet leven, in het Londen in de tijd van koningin Victoria. Door de industriële revolutie trokken duizenden mensen naar de stad, die in korte tijd uit z’n voegen barstte: Londen groeide van negenhonderd duizend inwoners in 1801 naar ruim 2,3 miljoen vijftig jaar later. De leefomstandigheden waren erbarmelijk, ziekten als cholera en tyfus tierden er welig en de levensverwachting was schrikbarend laag: een man in een fabriek in het Londen van 1850 werd gemiddeld niet ouder dan 22.

De autoriteiten waren allesbehalve voorbereid op zo’n grote toestroom van mensen en de hoge sterftecijfers: waar moesten al die lijken heen? De begraafplaatsen puilden uit. Letterlijk, omdat volgens de wetgeving kerken verplicht waren om de doden op de begraafplaats bij de kerk te begraven. Bekijk tegenwoordig een kerk als St. Bartholomew the Great in de City of London en je ziet het meteen: de kerk zelf staat een meter of anderhalf lager dan de begraafplaats waar het midden in staat. Het is duidelijk waar dat hoogteverschil vandaan komt. Het was onmogelijk om dit systeem in stand te houden; graven werden binnen de kortste keren hergebruikt, lijken werden opgelost in ongebluste kalk of men kwam bij het graven al dan niet per ongeluk op de waterleiding uit, met nog meer infectieziekten tot gevolg.

The Magnificent Seven

De overheid kwam met een oplossing: vanaf 1832 zouden buiten de stadsgrenzen, in het landelijke gebied rond de hoofdstad zeven begraafplaatsen worden aangelegd: The Magnificent Seven. De beroemdste is Highgate Cemetery, omdat het de begraafplaats is van Karl Marx, Douglas Adams en Michael Faraday – to name a few – en voor zover ik kan nagaan is het ook de meest sfeervolle. Highgate Cemetery is tegen een heuvel aangelegd en je hebt er een mooi uitzicht op de stad. Het heeft de Egyptian Avenue, een uitstekend voorbeeld van de ‘Egyptian revival’ waar Londen halverwege negentiende eeuw van in de ban was. Eind negentiende eeuw was Highgate Cemetery zelfs het ultieme zondagmiddaguitje voor welgesteld Londen. In een tijd waarin de dood zo nadrukkelijk aanwezig is hadden de Engelsen een bijna morbide fascinatie ontwikkeld voor alles wat met de dood te maken had. Heerlijk om een uurtje tussen de graven te paraderen.

Brompton Cemetery

Omdat ik elk jaar wel een keer in Londen kom (ja, het is een verslaving), heb ik me voorgenomen om elke keer één van The Magnificent Seven te bezoeken. Highgate Cemetery heb ik inmiddels twee keer gehad, dus tegenwoordig kies ik bij ieder bezoek een andere. Vorig jaar had ik al naar Nunhead Cemetery gewild, maar dat bleek erg moeilijk bereikbaar met het openbaar vervoer. Ik strandde halverwege zuid-Londen in het foeilelijke metrostation Elephant & Castle, bussen reden daar niet richting Nunhead, treinen al evenmin. Als alternatief week ik toen uit naar het veel centraler gelegen Brompton Cemetery. Weinig sfeervol, maar zeer geliefd voor gezinnen om een eindje te gaan wandelen. Dat klinkt wat macaber, maar het is een netjes aangelegde begraafplaats met brede geasfalteerde paden. Té netjes wat mij betreft, maar er staan enkele prachtige grafmonumenten. En, ook geestig, wie op de zuidtribune van het stadion van Chelsea zit en bij het verlaten van het stadion even achterom kijkt, ziet Brompton Cemetery pontificaal liggen.

Nunhead Cemetery

Dit jaar wilde ik per se naar Nunhead Cemetery. Het weer was prima en met een gehuurde fiets moest het goed te doen zijn. Andere begraafplaatsen als Kensal Green Cemetery en Abney Park Cemetery zullen ongetwijfeld zeer mooi zijn, maar beter bereikbaar; het leek me handig om de moeilijk bereikbare begraafplaatsen, Nunhead Cemetery ligt bovenop Nunhead Hill, iets dat ik me vooraf niet had gerealiseerd, eerst te doen. West Norwood Cemetery, in een uithoek in zuidwest Londen gelegen, bewaar ik voor de volgende keer, evenals Tower Hamlets, waar niet veel van over is; het was in de negentiende eeuw dan ook de begraafplaats voor de armoedzaaiers.

Nunhead Cemetery uitzicht

De vrijwilligers van Nunhead Cemetery zijn zich ervan bewust dat ze niet bepaald centraal liggen en dat er moeite moet worden gedaan om de toeristen naar hun begraafplaats te krijgen. Ze hebben niet overdreven; Nunhead Cemetery is prachtig. Het ligt net als Highgate Cemetery tegen een heuvel aan en de paden tussen de overwoekerde graven zijn mooi aangelegd. Vanuit de hoogste punten van de begraafplaats heb je een prachtig uitzicht op Londen; in de verte kan je St. Paul’s Cathedral zien liggen. Een uitzicht dat er tot tien jaar geleden niet was. Er stonden voldoende bomen die je het zicht op Londen ontnamen, maar geheel in de Engelse traditie om er alles aan te doen om landschappen in oude eer te herstellen is in 2001 met veel moeite geprobeerd het oude uitzicht terug te krijgen. De gekapte bomen liggen er nog: wel zo sfeervol.

Nunhead Cemetery in London

Bosachtige begraafplaats

Het meest in het oog springend is de prachtige kapel aan het einde van The Avenue, de belangrijkste toegangsweg van de begraafplaats, gebouwd vlak na de opening van Nunhead Cemetery in 1840. Dit was in de negentiende eeuw het meest prestigieuze deel van de begraafplaats; enkel de zeer welgestelden konden het permitteren om hier begraven te worden. En de kapel is dan wel in 1974 afgebrand, de ruïne die er nu staat is zeer sfeervol.

Waarin Nunhead Cemetery verschilt van de parkachtige aanleg van Brompton Cemetery, is dat het, nog meer dan Highgate Cemetery, bosachtig is. Grote delen van de begraafplaats worden dan ook omschreven als ‘een bos met graven erin.’ Dat betekent dat je soms op de grond langs het pad een vrijwel volledig overwoekerde grafzerk vindt waarvan alleen het bovenste puntje boven het groene gewas uitsteekt. En Nunhead Cemetery kent maar één mausoleum, waar de Egyptian Avenue in Highgate Cemetery tientallen mausolea van übersjiek Londen herbergt. Maar net zoals de andere van The Magnificent Seven wordt Nunhead Cemetery gezien als een park; een vrouw laat met haar zoontje de hond uit, een man zit op een bankje een boek te lezen terwijl hij in de verte de skyline van Londen kan zien liggen en op een bank zit een jong stelletje de tongzoenen.

Beroemde graven

Waar ook Nunhead Cemetery Highgate Cemetery in voor moet laten gaan, is in het aantal beroemdheden dat hier begraven ligt. George Howell, één van de eerste Britse vakbondleiders, Bryan Donkin, pionier van het inblikken van vlees en Sir Charles Fox, mede verantwoordelijk voor de bouw van Crystal Palace. Dan heb je het wel gehad.

Maar de eerste persoon die op Nunhead Cemetery werd begraven is Charles Abbott, een 101-jarige kruidenier uit Ipswich. Tegen dat wapenfeit kan geen enkele andere begraafplaats op.

Nunhead Cemetery heeft een eigen pagina gekregen. Als je meer informatie over deze begraafplaats wilt, klik dan op de knop:

Dierenbegraafplaats, juli 2022

‘Heb je de sleutel?,’ riep de gids tegen de beheerder van Hyde Park.
‘Oh yes,’ reageerde hij, een opmerking die hij visueel ondersteunde door een grote sleutel omhoog te houden.

Het was het begin van de Secrets of Hyde Park Walk en hoewel die wandeling van anderhalf uur allerlei leuke weetje over Hyde Park omvat, is het duidelijk dat de deelnemers van de wandeling voor maar één ding komen: de Victoriaanse dierenbegraafplaats die plagerig als laatste stop op de rondleiding wordt aangedaan.

Hyde Park Pet Cemetery

Ja echt, Hyde Park heeft een dierenbegraafplaats. Het is een goedbewaard geheim, want het staat op lang niet alle plattegronden van het park aangegeven. Het Pet Cemetery ligt vlakbij Lancaster Gate, één van de ingangen aan de noordkant van het park. Het begraafplaatsje is zorgvuldig afgeschermd voor het grote publiek, met aan één kant grote rozenstruiken en een gebouwtje van parkbeheer, en aan de andere kant een hoge muur. Maar klim op die muur of gluur door de tralies en je kan een glimp opvangen van tientallen kleine grafzerkjes. ‘Perhaps the most horrible spectacle in Britain’, aldus schrijver George Orwell. Niet voor tere zieltjes.

Goed, ik zal niet ontkennen dat ik m’n reisplannen voor Londen deels heb omgegooid toen ik deze wandeling op de website van Royal Parks aangekondigd zag staan. Het is simpelweg de enige manier om het begraafplaatsje te bezoeken.

Leuk dus, al die andere tussenstops tijdens de wandeling: het eiland waar volgens Peter Pan baby’s vandaan zouden komen (‘ik ben tijdens de coronacrisis twee keer opa geworden dus ik weet dat het niet klopt,’ merkt de gids droogjes op, wat bij mij de vraag oproept hoe hij over de totstandkoming van z’n eigen kinderen denkt), en het pleintje waar vroeger de galg stond met de toelichting dat de meeste terdoodveroordeelden stomdronken op hun executie verschenen. En de beheerder van het park wijst met alle plezier het bankje aan waar Damon Albarn z’n hit Parklife heeft geschreven (‘het is één van die twee bankjes, maar hij wil niet zeggen welke. Of hij weet het niet meer’).

Victoriaanse tijd

Britten leven in het verleden. Met name de Victoriaanse tijd wordt aanbeden, een periode waarin Brittannia still ruled the waves. Er is een diepgeworteld idee dat het land nog steeds een grote wereldmacht is, terwijl het Verenigd Koninkrijk toch echt niet meer het rijk van koningin Victoria is ‘where the sun never sets’. Nouja, of je moet die minuscule eilandjes in het Caribisch gebied, de Atlantische Oceaan en de Pacific meetellen.

Maar het verhaal over Victoriaans Engeland is niet compleet zonder een verwijzing naar de begraafplaatsen. Want hoezeer Britten dan ook verlangen naar de tijd van Charles Dickens, het leven was zwaar, zeker in de hoofdstad Londen. De levensverwachting voor mannen was 40, voor vrouwen 42. De stad had tijdens de industriële revolutie een enorme groei doorgemaakt en telde rond 1840 bijna twee miljoen inwoners en was daarmee de grootste stad ter wereld. Londen was overbevolkt en ronduit smerig. Ziektes tierden er welig. De stad had als bijnaam The Big Smoke, een verwijzing naar de fabrieken.

Mede door die lage levensverwachting ontwikkelden de Britten in de negentiende eeuw een morbide fascinatie met de dood. Een bezoek aan één van The Magnificent Seven, de nieuwe begraafplaatsen die het stadsbestuur buiten het overvolle centrum had laten aanleggen in de jaren dertig en veertig van de negentiende eeuw, was een zondags uitje voor de upper class. Nog steeds zijn met name Highgate Cemetery en Nunhead Cemetery geliefde toeristische attracties. Ik ben er zelf meerdere malen geweest. En tijdens de wandeling door Hyde Park raakte ik aan de praat met een vrouw die verrukt vertelde dat ze als vrijwilliger aan de slag ging in Brompton Cemetery, een andere van The Magnificent Seven.

Het Hyde Park Victoriaanse Pet Semetery in London

Toevallig ontstaan

Dat ook de al evenzeer beminde huisdieren een begraafplaats zouden krijgen is dus niet verwonderlijk. Al ontstond het begraafplaatsje bij toeval. Op verzoek van de diepbedroefde eigenaren werd hier in 1881 de Maltezer terriër Cherry begraven, omdat hij het altijd zo naar z’n zin had in Hyde Park. Voordat we het begraafplaatsje betreden laat de gids dan ook een foto zien van de eigenaar met vermoedelijk de betreurde Cherry. Vanuit het gezelschap klinken vertederende ‘ahs’ en ‘ohs’.

In de decennia erna werd dit hoekje van Hyde Park de favoriete begraafplaats voor huisdieren, voor het overgrote deel honden van gegoede Londenaren. De grafjes hebben hetzelfde type kleine zerkjes (een Londense steenhouwer heeft goede zaken gedaan), met namen als Prince, Baby, Drag, Smut, Marmaduke of Scum (ja echt waar) en opschriften als ‘In loving memory of our faithful little friend Wobble’‘Jock, my true and faithful friend’ en ‘To darling little Monty who was drowned in Old Windsor Lock’. Hier is diep gerouwd.

Tussen de graven liggen etensresten en plastic zakjes. Het bewijs dat niet iedereen de officiële manier gebruikt om het begraafplaatsje te bezoeken. Sommige belangstellenden klimmen gewoon over het muurtje.

‘Hebben jullie het moordslachtoffer al gespot?,’ vraagt de gids terwijl alle bezoekers druk foto’s maken, ondergetekende incluis. Het zerkje blijkt langs het smalle pad te staan dat toegang tot de begraafplaats verschaft. Het grafschrift is duidelijk: ‘Balu, son of Fritz, poisoned by a cruel Swiss’.

Rond 1900 stopten de Londenaren met het begraven van hun huisdieren in Hyde Park. Al werd decennia later nog een uitzondering gemaakt voor één van de weinige katten. Maar wat voor één: ‘Ginger Blyth, a king of pussies’. Overleden op de rijpe leeftijd van 24 jaar en zeven maanden; een leven welbesteed.

‘Inclusief een citaat van Shakespeare,’ merkt de parkbeheerder geamuseerd op.

Hyde Park Pet Cemetery heeft een eigen pagina gekregen. Als je meer informatie over deze begraafplaats wilt, klik dan op de knop: